woensdag 10 februari 2016

Bomen

Ik heb iets met bomen. Vroeger al, toen ik nog jong was, was ik er dol op. Zo zwierf ik graag onder grote kastanjebomen op zoek naar de mooiste glimmende kastanjes.  Achter de bushalte in Epe waar later een groot parkeerterrein is gekomen, was vroeger een park. Ik wachtte nooit op de bus bij de halte, ik zat altijd tussen de rododendrons. Om op het laatste moment naar de bus te sprinten als die er aankwam. Ook mijn route naar de kleuterschool ging door een parkje, dat er allang niet meer is. Ik liep elke dag dezelfde route, met mijn beker karnemelk in de hand, naar de "Kleuterbrink" in Heerde. Ik weet nog dat er esdoorns stonden. Niet dat ik toen al het onderscheid kon maken tussen een wilg of een populier, maar ik herinner mij de zaadjes die leken op twee vleugeltjes en die je in de lucht kon gooien als een helikopter. En dan de beuken met die heerlijke beukennootjes. Ik moest en zou persé een beukennootjestaart maken. Mijn moeder had uitgerekend hoeveel gram beukennootjes ik daarvoor nodig had. En dan zonder schil! Wat heb ik er veel opgeraapt en wat zaten er veel holle vruchten tussen, die je zo tussen duim en wijsvinger plat kon drukken.
Later werden bomen vooral leuk om in te klimmen. Maar ook om overheen te lopen, zoals we bij de padvinderij deden in het bos over de "Sprengen". We woonden niet zover van de bossen, aan de Veluwerand, en ik genoot van de vele fietstochten die we maakten door de slingerpaadjes tussen Heerde en Epe, waarbij de bomen altijd een beschut gevoel gaven. Maar ook de eenzame grote boom op de heide herinner ik me nog. Mijn vader speelde daar voor paashaas en verstopte rond die boom eieren. Daarna ging hij ons thuis ophalen en liepen we "toevallig" langs die boom waar de paashaas voor ons die eieren had neergelegd. Nu kan ik me dat niet meer voorstellen. De eieren zouden mogelijk allang door iemand anders zijn opgemerkt en misschien ook zijn meegenomen. Mijn ouders maakten zich er ook niet druk om dat wij alleen door de bossen fietsten. We kenden de paadjes als onze broekzak.
Nog steeds ben ik regelmatig gefascineerd door bomen. Zo kan ik echt met ontzag kijken naar oude bomen, die door hun grootte alleen al imponeren. Kortgeleden wandelde ik  met een neefje en nichtje door het bos. Ik herinnerde me toen het verstop-spel wat wij als kinderen speelden. Vooruitlopend op de wandelroute ging ik achter een dikke boom staan en wachtte tot iedereen voorbij liep, zonder mij op te merken. Daarna kwam ik dan te voorschijn, met een kiekeboe!!!
Tegenwoordig maken vooral de boomwortels in  allerlei vormen en groottes mij stil. Ik maak er graag foto's van en ze helpen mij om mij ook heel aards te voelen. Alsof ik mij ook heel diep verbonden voel met de aardse moeder.
De liefde voor bomen zet zich door in de liefde voor hout. Zo vind je weinig geverfde meubelen in ons huis. Wel meubelen waarin de nerf van het hout zichtbaar is. En dood hout stoken we graag op in onze speksteenkachel. Zo doen bomen ook na hun dood nog iets voor ons.  Ze geven me warmte, en soms vind ik een klein beestje of spinnetje daarin terug, die ook van deze boom gehouden heeft en haar heeft uitgezocht om lekker in weg te kruipen.
Voor het huis waarin we wonen staat onze mooie rode beuk. Ik ben erg blij dat deze boom op ons erf staat en niet te dicht aan de straat. Daar zou ze het niet overleefd hebben misschien. in de 20 jaar dat wij hier wonen hebben we deze boom verschillende keren moeten snoeien, zodat het verkeer op de straat verder kan. De boom geeft bij extreem hete dagen beschutting en schaduw en diverse toeristen zijn al gestopt en afgestapt om onder onze beuk even te rusten. Misschien is een klein bankje wel een goed idee. Misschien word ik wel heel oud en kan ik nog lang van zo'n bankje genieten. Ik hou het in gedachten......