Ik neem jullie mee naar 1968, het jaar waarin mijn vader invalide en werkloos werd. Ik was toen 7 jaar. Er was geen geld genoeg en op school liepen we in kleding rond van nichtjes. Stadse kleding, die op het platteland niet gedragen werd. Daar begonnen de pesterijen en de beoordelingen op mijn uiterlijk. Mijn moeder knoopte op geniale wijze de eindjes aan elkaar en maakte o.a. zelf kleding. Maar het waren geen merkspijkerbroeken met het juiste label. En in de groep stond ik er vaak buiten. Het is een traumatische tijd geweest die ik lang bij mij heb gedragen. Het heeft mij heel sterk gemaakt, maar er ook voor gezorgd dat ik mij soms ging isoleren op een eiland ging zitten. Ik zocht en vond mijn eigen vrienden en later werd ik zelfs al heel sociaal ervaren, omdat ik zelf niemand makkelijk kon buitensluiten. Ik werd misschien wel "te lief".
Toch is het nog steeds zo dat groepen iets met mij doen. Vooral als daar één of twee mensen inzitten die autoriteit uitstralen of sterke waarden en normen verspreiden over wat hoort en niet hoort. Ik kan mij dan weer klein en nietig voelen. Dat is niet meer wat ik wil.
Mijn keuze om jarenlang alleen in mijn eigen praktijk te werken is ook een veilige keuze geweest waarin ik samenwerking die confronterend was kon vermijden. Het verlangen naar meer SAMEN is er altijd geweest, maar ik heb er ook zelf een blokkade op gezet.
En de zorgverzekeraars namen eigenlijk die rol van autoriteit over toen ze voor mij gingen bepalen hoe, en waar en met wie ik mocht gaan werken.
Toen ik de mogelijkheid kreeg om te gaan samenwerken met een bedrijf waarbij ik mijn eigen werkwijze, werktijden en collega's kon kiezen, werd er iets getriggerd. Het verlangen de regie zelf in eigen hand te nemen en mijn eigen koers te gaan bepalen, zonder het oordeel van anderen heeft mij wakker geschud.
Met dit bedrijf ben ik gaan samenwerken om mezelf verder persoonlijk te ontwikkelen en mij vooral VRIJ te voelen. Vrij ondernemen, binnen natuurlijk aanvaardbare regels, maar zonder gedwongen keurslijf of onechte relaties. Het is nu anno 2016 bijna 50 jaar later...dat ik mij realiseer hoe groot de impact geweest van een periode in mijn jeugd. Door dit nu op te schrijven begrijp ik mijn onrust beter die ik in groepen voel. Groepen waarin mensen zitten die pijlen naar mij kunnen schieten. Die de grond onder voeten kunnen doen verdwijnen. Dat doe ik dus eigenlijk ZELF. Ik laat dat steeds toe.
Ik heb besloten niet langer te vluchten voor SAMENWERKING maar dit juist als een uitdaging te zien. Mijn oude beroep past niet meer bij mij. Het vrije ondernemen geeft mij ruimte om te werken waar ik wil, met wie ik wil en wanneer ik wil. Ons leven is er niet om ons aan ons werk aan te passen, ons werk zou een manifestatie moeten zijn van onze levensreis. Met deze wijsheid en nieuwe inzichten ga ik verder op mijn reis, en op mijn eigen missie: Ik wil anderen de weg naar vrijheid helpen vinden. We kunnen die weg buiten onszelf zoeken, we kunnen anderen over ons heen laten lopen en daarover klagen, maar we kunnen ook inzien dat hiermee in feite ons eigen verlangen naar vrijheid wordt getriggerd. En als we niet vechten tegen het oordeel van anderen, maar juist opstaan voor wie we zelf zijn, dan pas begint de reis van ALLEEN naar SAMEN.
Binnenkort is er weer een reünie en voor die klas ben ik allang niet bang meer. Ik verheug me erop iedereen weer te zien. Het was de thuissituatie die uit balans was weet ik nu, waarom ik op school minder weerbaar was. Ik miste mijn vader, als iemand die mij ondersteunde in wie ik was. Hij was met zijn eigen trauma bezig en dat gaf botsingen en meer onveiligheid. Ik ging voor hem zorgen ipv hij voor mij. Toen mijn vader weer werk had, en wij weer brood op de plank, werd het ook voor mij weer mogelijk mij verder te ontwikkelen tot een stabiel en evenwichtig mens. Mensen die zeggen dat het niet om geld draait, zouden eens na kunnen denken over de stress en spanningen die het ontbreken van geld in een gezin met zich meebrengt. Voor heel veel mensen echter is het praten over geld nog taboe. Deze foto is uit 1972/73